De Dow-Jonesindex van dertig toonaangevende fondsen sloot op een verlies van
178,11 punten ofwel 1,3 procent op 13.339,83 punten. De breed samengestelde S&P
500 verloor 20,46 punten (1,4 procent) en kwam zo op 1467,95 punten. De
schermenbeurs Nasdaq stond 32,75 punten (0,8 procent) lager en noteerde
2635,74 punten.

De aandacht ging tijdens de handel vooral uit naar de jongste gegevens
over consumentenprijzen in de Verenigde Staten. Die blijken vorige maand
liefst met 0,8 procent te zijn gestegen. Uitgezonderd voedsel en energie
stegen de prijzen met 0,3 procent, wat meer was dan verwacht. Een hogere
inflatie kan een rem zetten op de consumentenuitgaven, wat ten koste gaat
van de economische groei.

De inflatiedruk verhoogt bovendien de kans dat de rente niet opnieuw zal
worden verlaagd. Afgelopen week werd de rente in de VS voor de derde keer
dit jaar verlaagd. De Amerikaanse centrale banken willen met de maatregel
een impuls geven aan de economie, die in het slop dreigt te raken door de
afkoeling van de huizenmarkt en de kredietcrisis.

Het vooruitzicht dat de rente voorlopig gelijk kan blijven, zorgde
ervoor dat de dollarkoers vrijdag flink aantrok. De Amerikaanse munt
noteerde 0,6935 euro, wat de euro 1,4420 euro waard maakt. Donderdag stond
de euro anderhalve cent hoger. De slotstand vrijdag in Amsterdam was 1,4430
dollar.

De bank Citigroup wist vrijdag wat druk van de ketel te halen, maar lang
duurde dat niet. De bank heeft een bedrag van 49 miljard dollar op zijn
balans gezet en probeert op die manier schoon schip te maken na de problemen
rond de kredietcrisis. Het geld is afkomstig van investeringsfondsen.

Verschillende banken hebben via investeringsfondsen risicovol belegd in
de Amerikaanse hypotheeksector, die diep nu in de problemen zit. Ook
Citigroup zelf, die deze week een nieuwe bestuursvoorzitter kreeg, heeft
flink moeten afschrijven. De koers van Citigroup stond korte tijd 1,8
procent hoger, mede doordat zakenbank Goldman Sachs de schulden van de bank
een betere beoordeling heeft gegeven. Maar krap een uur voor het slot van
Wall Street was van die koerswinst niets over.

Onder de dalers in de Dow-Jonesindex was olieconcern ExxonMobil, dat last had
van een lagere olieprijs. Een vat ruwe olie noteerde op de termijnmarkt
92,36 dollar, een daling van 63 cent. Ook andere grondstoffenproducenten
moesten er vrijdag aan geloven. Daaronder was de producent van aluminium
Alcoa, een van de Dow-fondsen, die ruim 3 procent van zijn beurswaarde is
kwijtgeraakt.

Black & Decker (bekend van de boormachines) daalde 5,5 procent. Het
bedrijf stelde zijn winstprognoses over het lopende kwartaal naar beneden
bij. Een andere verliezer was Circuit City, verkoper van elektronica. De
doe-het-zelfketen Home Depot stond in de Dow onderaan met een min van 3,65
procent.

De Dow-Jones telde aan het eind van de dag twee stijgers. Dat waren
softwareproducent Microsoft, dat 0,3 procent won, en amusementsconcern Wal
Disney. Dat bedrijf pakte 0,8 procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl